De Beste Nederlandse wijn
Dit is de allerbeste wijn van van Nederlandse bodem. Harold Hamersma geeft hem niet voor niets een 9-!
Een kwaliteitswijn uit Nederland, dat kan dus best. De Cuvee XII is het paradepaardje van het beroemde Nederlandse wijnhuis Apostelhoeve. Al decennialang maakt de familie Hulst in het warme, heuvelrijke zuiden van Limburg heerlijke wijnen. En deze is echt erg goed. Een fruitige, aantrekkelijke wijn met een Bourgondisch karakter. Die in Vivino maar liefst 4.1 sterren scoort! Hij staat in de Top25 van Beste Wijnen onder de €15,-. Laat die zon maar komen…
Apostelhoeve Cuvee XII
De Cuvee XII is gemaakt van 50% frissappige Müller Thurgau, 25% zacht kruidige Auxerrois en 25% volfruitige Pinot Gris. Het is een ideale zomerwijn waar iedereen vrolijk van wordt. 2015 staat te boek als een topjaar in heel Europa en de Apostelhoeve heeft de vele zon met hun druiven omgezet in vloeibare lente. De rijping op stalen vaten benadrukt het fruit in de wijn en de soms wel 25-jaar oude wijnstokken geven karakter.
De wijn heeft een zeer aromatisch, rijp en vol bouquet. Met perzik, bloemen, peer, meloen, een rokerige toets, noem maar op. Al bij de eerste slok proef je een volzachte wijn met milde zuren. Een energieke frisheid!
Tip: Deze wijn sluit perfect aan bij die andere Limburgse lekkernij: Asperges met hollandaise en beenham (van Livar kloostervarken uiteraard).
- Wijnhuis: Apostelhoeve
- Wijnmaker: Hugo, Matthieu en Robin Hulst
- Jaargang: 2015
- Alcoholpercentage: 12%
- Druiven: Müller Thurgau (50%), Auxerrois (25%), Pinot Gris (25%), Malbec (6.7%)
- Op dronk: Nu tot 2018
- Beoordelingen:
- 4.1 / 5 sterren Vivino (34 beoordelingen)
- 9- Harold Hamersma in Parool
- Wijnproducent v/h jaar 2013 – Perswijn
Over de wijngaard
Aan de zuid-oostelijke rand van het gemoedelijke Maastricht, naast de Sint Pietersberg, liggen de wijngaarden van de Apostelhoeve op de mooie Louberg. Hier staan de druivenstokken aangeplant die de beste wijnen van Nederland opleveren. De bodem is samengesteld uit löss, mergel en vuursteen. Bodemtypen die je in bijvoorbeeld de Loirestreek met zijn beroemde Sancerre en Pouilly Fumé wijnen ook ziet. Het microklimaat zorgt dat het hier soms 2 tot 3 graden warmer is dan in de rest van Nederland en dat zorgt dan ook voor rijpe druiven van de beste kwaliteit.
Apostelhoeve
Met zoon Robin is de derde generatie van de familie Hulst onderdeel geworden van de Apostelhoeve, de oudste, grootste en beroemdste wijnproducent van Nederland. Al in de jaren ’70 werden hier druiven aangeplant en daarmee was de familie Hulst hun tijd ver vooruit. Matthieu, bijgestaan door vader Hugo en zoon Robin, werkt hier met de bekende Elzas druivenrassen Pinot Blanc, Riesling, Pinot Gris, Auxerrois en Müller Thurgau.
In de loop der tijd is de Apostelhoeve vele malen onderscheiden: Tot beste Nederlandse wijnproducent, top 10 beste wijnen bij Proefschrift, Matthieu ontving een Diamand Award voor zijn levenswerk en de wijnen zijn geschonken op belangrijke staatsbanketten. Nu Nederland voorzitter is van de Europese Unie, worden de wijnen veelal geschonken in Brussel en andere gelegenheden.
Artikel FD Persoonlijk
Wijn van eigen bodem
Nederlandse wijn: je hoefde de woorden vroeger alleen maar uit te spreken en menig gezicht ging op zuur. Tegenwoordig echter staat de wijn van Nederlandse bodem op menukaarten van prestigieuze restaurants en wint hij prijzen op internationale concoursen. Maken Nederlanders nu betere wijn? Op bezoek bij de Apostelhoeve in Maastricht.
‘U kunt onmógelijk komen morgen’, klinkt een licht aangeslagen Mathieu Hulst op de voicemail. Het is de dag voorafgaand aan het interview voor dit artikel. Buiten is het kwik gestegen tot ver boven de dertig graden. Een week later vertelt hij dat onder invloed van dit soort buitensporige temperaturen bij hem in de wijngaard de scheuten met wel tien centimeter per dag de ranken uit schieten. ‘En dan moeten we meteen in actie komen, anders raakt alles verstrengeld.’ Tot ver na zonsondergang stond hij die dag samen met vader Hugo en zoon Robin in de wijngaard de scheuten op te binden. Drie generaties wijnmakers aan het bikkelen in Zuid-Limburg, net ten zuiden van Maastricht.
Een week later staan de wijnplanten keurig in het gelid te pronken in het glooiende landschap. Wie niet beter weet, denkt dat hij in Frankrijk is beland. De familie Hulst zit, inmiddels weer ontspannen, aan de keukentafel koffie te drinken. ‘Dit soort klimatologische uitschieters kunnen je oogst maken en breken’, legt Hulst uit. ‘Late vorst, hagel, harde regen, maar ook hoge temperaturen hebben enorme invloed. Waarschijnlijk gaan we dit jaar twee weken eerder oogsten.’
De favorieten van sommelier Marloes Zuidenga van restaurant Rijks in Amsterdam
‘Nederlandse wijnen zijn over het algemeen fris, jong en toegankelijk. Mijn favoriete Nederlandse wijn is die van de Apostelhoeve. Fris, elegant en makkelijk. Voor een Nederlandse wijn zeer op niveau. De Apostelhoeve kan zich als een van de weinige meten aan buitenlandse alternatieven. We hebben ook wijn van Wijngoed Thorn op de kaart. De Apostelhoeve en Thorn maken heel goede wijnen en dat is mede te danken aan de ligging van hun wijngaarden. De Apostelhoeve ligt op de Louwberg, waar het altijd twee à drie graden warmer is dan in de rest van het land. Wijngoed Thorn bevindt zich op de droogste plek van Nederland. De bodem in het zuiden is door zijn samenstelling geschikt voor wijnbouw.’
Wijn maken in Nederland, het vergt grote aandacht. Want in tegenstelling tot zuidelijker landen als Italië, Spanje en Frankrijk, waar het kwik soms maanden achtereen rond eenzelfde temperatuur blijft hangen, is het klimaat hier wisselvallig en nat. Voedingsbodem voor onrijpe druiven, schimmels en een slecht wijnimago. Althans, dat was lange tijd de heersende mening. Maar dat tij is aan het keren. Want niet alleen is het aantal commerciële wijngaarden in Nederland sinds de eeuwwisseling geëxplodeerd (nu zo’n 170), ook kwalitatief is de Nederlandse wijn inmiddels enorm verbeterd. Gerenommeerde kenners als Harold Hamersma, Hubrecht Duijker en Nicolaas Klei verkondigen het luidkeels en nemen steeds vaker Nederlandse wijnen op in hun vermaarde favorietenlijstjes. Maar ook in de sterrenrestaurants maakt het Nederlandse rood, wit en rosé al enkele jaren deel uit van de wijnkaart. En dat KLM zijn businessclassgasten trakteert op een glaasje van De Kleine Schorre uit Zeeland is niet alleen uit nationalistische overwegingen.
Wat is er aan de hand? Heeft de opwarming van de aarde zo’n vlucht genomen dat we hier inmiddels mediterrane weersomstandigheden kennen? Dat valt tegen. Wel is de kennis over wijn maken de laatste decennia flink toegenomen. Volgens sommigen zozeer dat Nederland de ruim vijfhonderd jaar achterstand op klassieke wijnlanden in minder dan vijftig jaar heeft ingehaald. Een feit is dat bij internationale concoursen diverse Nederlandse wijnen niet meer onderdoen voor buitenlandse.
Mergel, kalk en löss
Volgens Mathieu Hulst komt het vooral doordat Nederlandse wijnen lange tijd maar mondjesmaat verkrijgbaar waren. En onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Hulst: ‘Onze Apostelhoeve-wijnen zijn altijd erkend door de top van de gastronomie; 25 jaar geleden stonden we al op de kaart bij Château Neercanne en Hubrecht Duijker prijst ons vanaf het begin.’
De positieve geluiden komen volgens hem eerder door het toenemende volume op de markt dan door kwaliteitsverbetering. ‘Steeds meer mensen kunnen zelf proeven wat voor goede wijn hier wordt gemaakt. Wijngaarden als De Kleine Schorre, Domein Wijngaardsberg, Wijngoed Thorn en de Apostelhoeve dragen daaraan bij.’
Een deel van de groei zit ook boven de rivieren. Toen halverwege de jaren negentig in Nederland de ‘hybridedruif’ werd geïntroduceerd, een druif die sneller rijpt en minder zon nodig heeft voor een behoorlijk alcoholpercentage, ruilden veel boeren hun piepers in voor wijnranken. Hoewel Hulst blij is met de toename van het aantal domeinen, is hij minder te spreken over de wijnen die er van deze regent-, rondo-, cabernet cortis- en johanniter-druiven worden gemaakt. ‘Door hun snelle groei hebben de druiven minder smaak en heeft de wijn minder diepgang.’ Maar hij weet ook dat hij makkelijk praten heeft vanaf zijn terroir op de Louwberg, waar mergel, kalk en löss zijn wijnen een minerale smaak geven en waar beschutte heuvelruggen zorgen voor een gezonde rijping.
Apostelhoeve
Mathieu Hulst heeft een bloeiend bedrijf. Negen hectare waar klassieke druiven als riesling, pinot gris, müller-thurgau en auxerrois goed gedijen. Op de overige zeventien hectare staan zure kersen voor in de vlaai, een erfenis van zijn voorvaders, die hier al sinds het begin van de 20ste eeuw boeren. En hoewel de zeventigduizend flessen die de Apostelhoeve elk jaar produceert schoon opgaan, laat Hulst de wijnproductie maar mondjesmaat groeien. ‘De productie is door al die externe factoren nog steeds onzeker en ik wil wel goed slapen ’s nachts.’ Zoon Robin, die op proef een jaar meedraait, ziet expansie ook meer in de vorm van ‘iets gastronomisch als een wijnbar met hapjes’.
Het was Hulst senior die hier in 1970 de eerste 1200 wijnstruiken in de grond stak. Meer dan een beetje experimenteren was het niet. ‘Maar al snel merkte ik dat wijn zoveel meer verhaal heeft dan appels. Ik volgde een cursus, keek wat af bij de buren en negen jaar later won ik mijn eerste gouden medaille.’ De eerste anderhalve hectare werd in 1983 uitgebreid met nog eens twee hectare en groeide gestaag tot negen in de jaren daarna. Hulst: ‘Ik weet nog dat we in 1988 voor het eerst twintigduizend flessen in de kelder legden. Wie moet dat allemaal opdrinken, vroegen we ons toen af.’
‘Ik weet nog dat we in 1988 voor het eerst twintigduizend flessen in de kelder hadden. Wie moet dat allemaal opdrinken, vroegen we ons toen af’
Hulst heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een uitstekende keldermeester. Want goede druiven telen is één ding, maar in de kelder wordt de wijn pas echt gemaakt. ‘Mathieu heeft dat in de vingers’, zegt zijn vader trots. Zelf vindt Mathieu dat hij vooral vooruitgang heeft geboekt bij het ontwikkelen van een eigen stijl: elegante en minerale, zuivere wijnen van een constante kwaliteit, iets waar scholing en de aanschaf van kostbaar materiaal volgens hem aan bijgedragen hebben. Want waar vroeger in de kelder oude tuinslangen met gaatjes de wijnvaten koel hielden, staan nu stalen tanks met computergestuurde klimaatbeheersers. En op het land trillen oogstmachines de rijpe druiven van de trossen. Je zou bijna zeggen dat er niets meer fout kan gaan, zegt Hulst geamuseerd. ‘Totdat het kwik stijgt: dan moeten we alle zeilen bijzetten om de oogst te redden. Daar kan geen machine tegenop.’